Max Verstappen houdt van asfalt met geschiedenis. Niet van glimmende nieuwe stratenparcours tussen wolkenkrabbers en podia, maar van circuits waar elke bocht naar motorolie en heroïek ruikt. Precies die circuits dreigen nu stukje bij beetje te verdwijnen uit de Formule 1-kalender – tot ergernis van de regerend wereldkampioen.
Vanaf 2026 verhuist de Grand Prix van Spanje naar Madrid, waar een gloednieuw stratencircuit uit de grond wordt gestampt nabij een evenementenlocatie net buiten de stad. Mooi voor de skyline, slecht nieuws voor liefhebbers van klassieke banen: Imola verdwijnt om plaats te maken. En laat Verstappen daar nu net een zwak voor hebben.
Verstappen begrijpt de deal, maar slikt hem moeilijk
In gesprek met FORMULE 1 MAGAZINE laat Verstappen weten dat hij het economische motief wel snapt. “Dat begrijp ik,” zegt hij over het commerciële pad dat de sport bewandelt. “Uiteindelijk hoop je dat er ook in die landen een autosportcultuur ontstaat.” Maar dat begrip maakt het niet minder wrang. Verstappen, een coureur die nog geloof hecht aan het sportieve DNA van de Formule 1, ziet met lede ogen aan hoe financiële belangen de boventoon voeren.
Zelf zou hij het anders doen. Minder races, meer kwaliteit. En vooral: vaste waarde geven aan een paar legendarische circuits.
Deze zes circuits moeten altijd blijven
Verstappen is er duidelijk over welke banen wat hem betreft onaantastbaar zouden moeten zijn. “Circuits die wat mij betreft een ‘status aparte’ zouden verdienen en altijd op de kalender thuishoren, puur op basis van sportieve gronden, zijn voor mij Spa-Francorchamps, Zandvoort, Silverstone, Imola, Suzuka en Brazilië.” Een shortlist die leest als een ode aan de autosport.
Het tekent de coureur die Verstappen is: geen showman, maar een purist.
De droom van de Nordschleife blijft onbereikbaar
En dan is er nog de Nürburgring Nordschleife, het legendarische lint van asfalt door de Eifel. Verstappen testte er onlangs nog een Ferrari GT3-bolide. Zou hij daar niet willen racen in een Formule 1-wagen? Zijn antwoord is stellig én met een grijns: “Haha. Dat gaat ‘m met de Formule 1-auto’s die we nu hebben echt niet meer worden, vrees ik.”
De reden is simpel: te gevaarlijk. “Met GT3-snelheid is het okay en nog goed te doen. Ik heb wel af en toe oude beelden gezien, ook van Formule 1 op de Nordschleife… Dan weet je één ding zeker: de Formule 1 daar, dat zal nooit meer gebeuren. Veel te gevaarlijk.”
Soms is zelfs voor een viervoudig wereldkampioen een circuit gewoon te veel van het goede.
Geef een reactie