Lewis Hamilton is nog altijd één van de grootste namen in de Formule 1, maar zijn toon richting de toekomst van de sport is allesbehalve enthousiast. In een openhartig interview met Sky Italia laat de Brit zich kritisch uit over de richting waarin de Formule 1 beweegt — en vooral over de veranderingen die in 2026 van kracht worden.
“Ik denk niet dat het de goede kant op gaat,” aldus Hamilton. “Misschien word ik volgend jaar verrast. Misschien zijn de auto’s dan wél geweldig.”
Hamilton, die dit seizoen voor het eerst in Ferrari-rood rijdt, staat op het moment 23 punten achter op teamgenoot Charles Leclerc en heeft nog geen enkel podium behaald. Zijn overstap naar het Italiaanse team verloopt stroever dan gehoopt — en de onzekerheid over wat er in 2026 op de sport afkomt, lijkt dat gevoel alleen maar te versterken.
“Zwaarder, langzamer, minder ziel”
Wat Hamilton vooral dwarszit, is het gevoel dat de Formule 1 afstand neemt van zijn rauwe roots. De nieuwe generatie auto’s, die volgens het reglement van 2026 nóg meer nadruk legt op hybride technologie en duurzaamheid, boezemen hem weinig vertrouwen in.
“Met de richting waar we nu naartoe gaan, worden we langzamer. De auto’s worden zwaarder,” stelt hij. “En hoewel ze volgend jaar iets lichter worden, blijft dit de zwaarste generatie auto’s waarmee ik ooit heb gereden.”
Hamilton benadrukt dat hij duurzaamheid belangrijk vindt, maar hij mist de beleving die Formule 1 ooit zo uniek maakte.
“Voor mij is het vooral het geluid dat ontbreekt. Als je een V12 Ferrari hoorde, dan voelde je dat in je borstkas. Dat was pure passie.”
Hij erkent dat de overstap naar V6-motoren “een goede stap voor de wereld” is, maar zegt er ook direct bij: “Het is gewoon niet meer hetzelfde als toen Schumacher in 2003 over het rechte stuk raasde.”
Zware start bij Ferrari
De Brit beschrijft zijn eerste halfjaar bij Ferrari als “het drukste ooit.” De hype rondom zijn overstap, de Italiaanse media en de torenhoge verwachtingen blijken zwaarder te wegen dan verwacht. Dat vertaalt zich ook op de baan, waar Hamilton nog geen moment echt aansluiting heeft gevonden bij de top.
“Mijn eerste seizoen bij Mercedes begon ook moeizaam, maar toen was er niet die constante spotlight zoals nu. Bij Ferrari is alles groter.”
In China leek hij even de juiste richting gevonden te hebben qua afstelling, maar daarna volgden enkel terugslagen. “Sindsdien zijn we niet meer op dat niveau gekomen,” klinkt het gelaten.
2026 als breekpunt?
De zorgen van Hamilton lijken niet beperkt tot dit seizoen. Meer nog dan de matige resultaten, is het de richting van de sport zélf die hem bezighoudt. De nieuwe reglementen voor 2026 vormen wat hem betreft een kantelpunt — niet alleen qua technologie, maar ook qua ziel van de sport.
De toekomst van Formule 1 wordt volgens Hamilton te voorspelbaar, te steriel, te log. Een sport die ooit draaide om lef, geluid en pure snelheid, lijkt steeds meer op een technische krachtmeting tussen ingenieurs, vindt hij.
Hamilton ligt nog tot eind 2026 vast bij Ferrari, maar hoe hij zich daarna tot de sport zal verhouden, blijft onduidelijk. Het lijkt erop dat hij nog één keer alles wil geven voor die achtste wereldtitel — maar of dat binnen de kaders van de nieuwe Formule 1 zal zijn, is allerminst zeker.
Geef een reactie